Armand van Wijck
Rijkswaterstaat bevindt zich aan de vooravond van een enorme onderhoudsopgave. Het komende decennium moet de infrastructuurbeheerder tientallen bruggen, sluizen, viaducten en tunnels uitgebreid renoveren en toekomstbestendig maken. Hieronder bevinden zich ook grote werken zoals de Oosterscheldekering en Van Brienenoordbrug. Rijkswaterstaat zal voor deze gigantische klus 125 fte aan mankracht gaan werven.
De onderhoudsopgave is de grootste in de Nederlandse geschiedenis. Dat komt omdat veel bruggen, tunnels en viaducten gebouwd zijn in de jaren ‘50 en ‘60, in verband met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels zijn deze kunstwerken ook niet meer berekend op het alsmaar toenemende verkeer en steeds zwaardere vrachtwagens. De meeste van deze civiele bouwwerken zijn daarom nu aan een grote opknapbeurt toe, zodat ze weer zo’n zestig tot zeventig jaar meekunnen. Zo staan er in Zuid-Holland alleen al voor de komende jaren dertien bruggen, acht tunnels en tien wegen op het programma.
Het renoveren en vervangen van de bestaande infrastructuur vraagt naast flinke investeringen om menskracht en specifieke kennis. Marion Straatman is afdelingshoofd techniek en technisch management van Rijkswaterstaat. Voor de onderhoudsopgave coördineert zij de technische vacatures. Ze licht toe: ‘In plaats van bijvoorbeeld een brug regulier te onderhouden, gaat het nu stuk voor stuk om intensieve projecten. De wereld is namelijk niet stil blijven staan. Er worden nu andere eisen gesteld aan deze infrastructuur dan toen we deze bouwden.’
Dat heeft voor een groot deel te maken met automatisering en de introductie van nieuwe technologie. Zo kan er inmiddels veel meer met bediening en besturing. Het gaat bijvoorbeeld om verdere standaardisatie en ontwikkeling van nieuwe ict-oplossingen. Te denken valt aan de inzet van innovatieve sensorsystemen die de staat van objecten real-time scherp monitoren zodat Rijkswaterstaat vroegtijdig tegen een dreigende storing kan optreden. Het gaat ook om analyses van big data, zodat de beheerders beter kunnen voorspellen waar onderhoud nodig is. Daarnaast verwacht Rijkswaterstaat de komende jaren veel ontwikkelingen op het gebied van verkeersmanagementsystemen die weggebruikers onderweg ondersteunen met rij- en reisadviezen.
‘Ook op het gebied van duurzaamheid zijn er andere eisen dan voorheen’, vertelt Straatman. ‘Tijdens iedere renovatie benutten we daarom meteen de mogelijkheid om onze wegen, bruggen en tunnels veiliger en duurzamer te maken.’ Door grote energie verbruikende installaties – zoals de besturing van hef- en draaibruggen en sluizen – te vervangen door een zuinigere oplossing probeert Rijkswaterstaat bij te dragen aan de ambities om netwerken duurzamer en uiteindelijk bij voorkeur volledig energieneutraal te laten opereren. Bijvoorbeeld door plaatsing van zonnepanelen voor de stroomvoorziening van verkeersinstallaties, maar ook door oude funderingen en asfalt te hergebruiken. Er is zelfs interesse in het onderzoeken van de mogelijkheden van bermgras als biobrandstof.
Om alles bereikbaar te houden voor het verkeer, voert Rijkswaterstaat de onderhoudsprojecten gespreid uit tot ongeveer 2030. Straatman: ‘De meest urgente projecten pakken we als eerste aan, bijvoorbeeld de tunnels en bruggen die met storingen kampen. De planning ligt echter niet vast. We kijken voortdurend naar welke werken op welk moment de meeste aandacht verdienen. We zullen niet bijvoorbeeld vijf sluizen in hetzelfde gebied tegelijkertijd aanpakken, maar door het slim combineren van werkzaamheden proberen we verkeershinder wel zoveel mogelijk te beperken.’
Gezien de omvang van de opgave is er een flinke toename van het budget dat de komende jaren beschikbaar is om de bestaande infrastructuur aan te pakken. Van gemiddeld zo’n € 150 miljoen per jaar in de periode tot 2020 tot een verwacht budget van ruim € 350 miljoen per jaar voor de periode vanaf 2020. Om deze grote opgave uit te kunnen voeren is extra mankracht nodig, maar liefst 125 fte. ‘De grootste opgave licht bij techniek en contractmanagement, waarvoor we de meeste mensen nodig hebben’, licht Straatman toe. ‘Aan de technische kant gaat het met name om technisch managers en adviseurs industriële automatisering, werktuigbouwkunde en civiele techniek. De adviseurs hebben een onmisbare rol bij vervanging- en renovatieprojecten. We zoeken technisch managers omdat we vanwege de onderhoudsopgave een aantal nieuwe teams op zullen zetten.’
De technisch managers beheren meerdere projecten en uitvoeringen tegelijkertijd. Ze hebben de leiding over een team dat bestaat uit de eerdergenoemde adviseurs die de technische kwaliteit en veiligheid van een project waarborgen. De managers zijn verantwoordelijk voor het tijdig aansturen van het team, de planning en het budget. Ze moeten daarbij continu afwegingen maken en bepalen wat technisch en kwalitatief haalbaar is. Straatman: ‘Dat staat soms op gespannen voet, omdat je bepaalde deadlines hebt terwijl je continu de belangen moet blijven vertegenwoordigen vanuit de inhoud en techniek. De managers moeten in staat zijn om de juiste afwegingen te maken, hun team daarin meenemen en uitdagen om te denken in kansen en nieuwe ontwikkelingen.’
De adviseurs die Rijkswaterstaat zoekt, zijn de meer vakinhoudelijke mensen: experts die een sparringpartner zijn voor de markt, die weten wat de ontwikkelingen in hun vakgebied zijn en wat ze kunnen vragen van de marktpartijen. Ze kennen de risico’s en nemen ervaringen mee uit eerdere projecten die ze toe kunnen passen bij nieuwe. ‘Dit is echt heel erg van belang’, vertelt Straatman. ‘Voor ieder vakgebied is er binnen Rijkswaterstaat een kennisgroep waar adviseurs onderling kennis uitwisselen en van elkaar leren.’ Daarnaast is het volgens Straatman belangrijk dat de adviseurs de markt weten te prikkelen om met slimme oplossingen te komen. ‘Dat is ook de rol van Rijkswaterstaat, die is anders dan aan de opdrachtnemerskant. Wij zitten bijvoorbeeld ook met een duurzaamheidsopgave. Als we daarover niets uitvragen, dan is het niet zo dat de markt hiervoor automatisch doelgericht oplossingen zal aanbieden. Het gaat erom dat adviseurs de kennis en kunde van marktpartijen goed weten te benutten.’
Rijkswaterstaat werkt de laatste tijd ook steeds vaker met flexibele projecten waarbinnen er veel ruimte is voor eigen inbreng, aanpak en innovatie. ‘Natuurlijk hebben we standaarden en kaders waarmee we moeten werken, maar er zijn ook pilotprojecten zoals de renovatie van de Nijkerkerbrug, waarbij het projectteam naar eigen inzicht en creativiteit aan de slag is gegaan’, aldus Straatman. ‘Aan de ene kant zullen we voor de onderhoudsopgave proberen te werken met zoveel mogelijk beproefde aanpakken, omdat we veel werk moeten verzetten binnen een vrij korte tijd. Maar het is ook geen lopende band. Aan de andere kant willen we blijven vernieuwen en innoveren en verwacht ik van iedereen een zelfstandige houding. Deze twee werkwijzen hebben we allebei nodig en lopen daarom een beetje door elkaar heen. Zo hebben we een aantal grote pilotprojecten rondom smart mobility en big data. Daarmee willen we ook proeven draaien en dat past zeker binnen de onderhoudsopgave.’
Rijkswaterstaat zal zoveel mogelijk proberen om kennis en kunde in eigen huis te houden. Dat betekent dat na afronding van de onderhoudsopgave het daarvoor geworven personeel bij Rijkswaterstaat kan blijven werken. ‘Sterker nog, we krijgen straks ook te maken met een grote uitstroom omdat een groot deel van ons personeelsbestand met pensioen gaat’, weet Straatman. ‘Het werven van de 125 fte heeft dus ook direct betrekking op het vernieuwen en verjongen van ons medewerkersbestand, want we hebben ze ook voor de nabije toekomst hard nodig om de rest van ons werk voort te zetten. De grote wervingsactie is dus geen impuls, het gaat om het toekomstbestendig maken en houden van Rijkswaterstaat.’
Volgens Straatman maakt de hoge mate van verantwoordelijkheidsgevoel het interessant en uitdagend om aan de opdrachtgeverskant te werken. ‘Het onderhoud stopt nooit, het is een blijvende verantwoordelijkheid. We zijn verantwoordelijk voor een hoge kwaliteit tegen goede kosten. Tegelijkertijd moeten we de markt vragen om mee te denken en de verantwoordelijkheid op ons nemen om markt te blijven bevragen en uit te dagen zodat we gezamenlijk weer verder komen.’ Ze besluit: ‘De markt is gebaat bij een sterk Rijkswaterstaat met professionele en kundige mensen die een goede gesprekspartner zijn. Maar wij op onze beurt kunnen niet zonder hele goede mensen bij de marktpartijen. Een kwalitatief goede sector, daar hebben we allemaal wat aan. Opdrachtgever of opdrachtnemer, het ene is niet beter dan het andere; we hebben elkaar allebei even hard nodig.’
Ook onderdeel uitmaken van de grootste onderhoudsopgave uit de Nederlandse geschiedenis? Kijk dan op onze website.